Monniken in het veen
Het middeleeuwse klooster was niet alleen een religieuze instelling, maar ook een agrarisch bedrijf. Daarbij waren naast de monniken en lekenbroeders ook horige boeren en werklieden betrokken. De ontginning van de naaste wildernis vormde een belangrijk doel van de priorij. Door turfgraven, veeteelt, schapen en bijen houden kwam dit klooster tot grote bloei.
De broeders in Sibculo zullen begonnen zijn met het ontginnen van de omliggende woeste grond, maar de opbrengst daarvan was na enige tijd niet meer voldoende om de communiteit te onderhouden. Vermeerdering van inkomsten was noodzakelijk en dat betekende bijna vanzelfsprekend uitbreiding van het grondbezit, want de middeleeuwse plattelandseconomie was gebaseerd op landbezit. En aangezien het toen heel gewoon was om goederen, geld en rechten aan de kerk te schenken werd dat in betrekkelijk korte tijd mogelijk gemaakt.
Er is geen afbeelding ooit van het echte klooster gemaakt. op basis van onderzoeksmateriaal is men tot deze reconstructie gekomen