Monniken in het veen
Het klooster verwierf de beschikking over corpusgoederen (landerijen die door het klooster zelf bewerkt werden door lekenbroeders en waarvan de opbrengst in zijn geheel aan het klooster ten goede kwam) en pachtgoederen, die tegen een jaarlijkse vergoeding (tienden) bij meiers (huur- of pachtboeren) in gebruik waren.
Corpusgoederen van het klooster van Sibculo waren de uithoven (filialen) Mariƫnberg, Balderhaar, de Striepe (schapenteelt) en de Imhof in Wielen.
Tienden werden geheven in omliggende plaatsen als Uelsen, Hardenberg, Dalfsen, Heemse, Ommen.
Daarnaast beschikte het klooster ook over onroerende goed: het bezat panden in o.a. Deventer, Heemse, Kampen, Oldenzaal en Zwolle.