De taal van het veen

Kenmerken voor het Vechtdals zijn o.a.:

  • Soms lange klinkers zoals in het Noord-Overijssels (regen, een ho(o)lten deure), soms korte klinker of met een umlaut zoals in het Sallands en Twents (zommer, slöttel);
  • Verkleinwoorden hebben een umlaut zoals in het Sallands en Twents (bäkkie, pöttie, beumpie);
  • De verkleiningsuitgang is -ie(n) zoals in het Noord- en Oost-Twents (poaltie, snoepie);
  • Als verbindingsklank tussen twee zelfstandige naamwoorden wordt meestal de letter n gebruikt (kraantnbak, hondnhok);
  • Veel vrouwelijke naamwoorden hebben een uitgang met een zwakke e: mure, piepe, varve;
  • In het Vechtdals spreekt men de h wel uit, behalve in Westerhaar.

Hier een aantal gezegden uit het Vechtdals woordenboek.
Weet jij wat ze betekenen?