Heideblauwtje_02

Heideblauwtje

Het heideblauwtje is een vlinder die vooral op vochtige heide kan worden aangetroffen en heeft een spanwijdte van hooguit 3 centimeter.

De vlinder heeft een spanwijdte van hooguit 3 centimeter. Bij de mannetjes zijn de vleugels aan de bovenzijde blauw, bij de vrouwtjes bruin met een rijtje halvemaanvormige vlekjes aan de achterrand.
Het heideblauwtje komt bijna enkel voor in vegetaties met gewone dophei, voornamelijk de associatie van gewone dophei.

Zowel de rups als de vlinder hebben als waardplant (gastheer) de gewone dophei of (na de bloei van voorgaande) struikhei. De rupsen leven van de bloemen en jonge scheuten van de plant, de vlinders van de nectar. De verpopping vindt onder de grond plaats.

De rupsen van het heideblauwtje leven in symbiose met bepaalde soorten mieren, waaronder de humusmier. Zowel de rupsen als de poppen hebben klieren die een zoete stof afscheiden, waar de mieren verzot op zijn. Vaak bouwen de mieren een nest rond de pop. De mieren ‘beschermen’ de rups en de pop en zelfs de net uitgekomen vlinder tegen natuurlijke vijanden. De vliegtijd is van juni tot augustus.

Het heideblauwtje komt voor in Europa en Aziƫ, van Midden-Scandinaviƫ tot Zuid-Spanje en van Frankrijk tot in Japan. In Vlaanderen komt de soort enkel nog voor in de Kempen.

De soort gaat in aantal achteruit vanwege vermesting, verdroging en vergrassing van de heide. Maar ook vorst in de lentes en extreme hitte in de zomers midden jaren negentig en in 2004 zijn aan te wijzen als oorzaken. Het heideblauwtje heeft de status kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst.

Klik op een foto om te vergroten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *