Veenmol_03

Veenmol

Andere namen voor een veenmol zijn aardkrekel of molkrekel, maar krekels en veenmollen behoren niet tot dezelfde familie.

Mannetjes worden 35 tot 45 millimeter lang, vrouwtjes 45 tot 50 millimeter. Het uiterlijk is ongewoon; een krekelachtig achterlijf met twee uitsteeksels, die dienen als tastorgaan en niet gebruikt kunnen worden om te steken. Onmiskenbaar is de sterk gepantserde voorzijde en met name de grote, krachtige voorpoten met opvallende klauwen. De vleugels hebben, als ze in rust zijn gevouwen, iets weg van een doorn op het midden van de rug. De voorpoten lijken wat op die van een echte mol. Deze klauwen dienen om snel te graven, want de veenmol leidt een grotendeels ondergronds bestaan. Er wordt een gangenstelsel gegraven en naar voedsel gezocht net onder het oppervlak. Objecten als stenen en stammen worden gebruikt om onder te schuilen. Veenmollen kunnen ook gemakkelijk zowel vooruit als achteruit door hun nauwe gangen lopen.

De naam “veenmol” verwijst naar het veen of de zachte grond waaraan het insect de voorkeur geeft.

Het voedsel bestaat voor een deel uit plantendelen, vooral wortels en blaadjes, maar er worden ook andere dieren gegeten, onder andere regenwormen. De grootste natuurlijke vijand van de veenmol is de gewone echte mol.

De veenmol is met een lengte tot 5 centimeter een van de grootste insecten die in West-Europa voorkomt. In Nederland en Belgiƫ is de soort vrij zeldzaam. Bij tuinders is het dier niet geliefd vanwege de schade aan planten. Als dit insect in Nederland voorkomt is het in veenweidegebieden en vochtige duinvalleien.

Veenmollen kunnen ongeveer twee jaar oud worden.

Bekijk hier de veenmol in actie!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *