Veenpluis_01

Veenpluis

De plant is te vinden op natte heide, in veenmosrietland, turfgaten en op bulten van levend hoogveen. De vrucht van veenpluis is een driehoekig nootje, dat omringd is door lange witte haren (de pluis).

Veenpluis is een plant uit de cypergrassenfamilie. De plant groeit op vochtige, zure grond, zoals heide en veen. Het vormt daar zoden met behulp van uitlopers. Opvallend is het lange, witte vruchtpluis, waaraan de naam ontleend is.

De plant is te vinden op natte heide, in veenmosrietland, turfgaten en op bulten van levend hoogveen. Verder langs greppels en in spoorbermen, hoogveenslenken en bij vennen, op open plekken in berkenbroekbos, in duinvalleien en zandgroeven, op heischraal grasland en hooiland.

De bloempjes vormen aren, die van juni tot augustus in bloei staan. De bloemen zijn erg klein en vallen daarom niet op. Ze zijn tweeslachtig en in plaats van een kelk en kroon is er een krans van borstelharen (omgevormde schutblaadjes), die later uitgroeien tot lange witte haren. De bladeren zijn donkergroen. Geleidelijk worden ze bruin en tegen bloeitijd sterven de bladeren af. Als het bloeiseizoen is afgelopen tegen het eind van de zomer, ontstaan er nieuwe bladeren.

De plant komt in bijna geheel Europa in hoog- en laagveen voor. Zij is bij ons zeer algemeen.
In Friesland heet de plant flok, in Oost-Drenthe katoengras en veenvlok, in Twente en het Graafschap Zutphen veenpluis en aan de Zoom van de Veluwe dottergras.

Klik op een foto om te vergroten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *